opleiding Econometrie, propedeuse
De propedeuse beslaat één cursusjaar en heeft een oriënterend, verwijzend en selecterend karakter. De oriëntatie bedoelt een juiste keuze van afstudeerrichtingen mogelijk te maken. De selectie vindt plaats door het propedeutisch examen (zie onder). De verwijzende functie van de propedeuse komt tot uiting in het advies dat elke student aan het eind van het eerste propedeutisch jaar ontvangt. Dat advies over voortzetting van de studie wordt schriftelijk door de faculteit gegeven; het is niet bindend.
De propedeuse biedt een overzicht van de econometrie en zijn hulpwetenschappen. Het onderwijs omvat hoorcolleges en oefencolleges resp. practica.
Per september 1999 is begonnen met een nieuw curriculum, dat geleidelijk
wordt ingevoerd. In het studiejaar 1999/2000 is de vernieuwde propedeuse
gestart, met colleges in trimestervorm.
Studenten die reeds in een eerder studiejaar met de propedeuse Econometrie zijn
begonnen, kunnen gebruik maken van een overgangsregeling.
Het propedeutisch examen wordt schriftelijk afgenomen en omvat de volgende verplichte examenonderdelen:
Tentamens over de verschillende (sub)onderdelen worden afgenomen in november/december, maart, en juni, met een herkansing voor alle onderdelen in augustus.
In de eerste week van januari is er een mogelijkheid om deel te nemen aan een versnelde herkansing van maximaal 2 tentamens in de vakken die in het eerste trimester zijn gedoceerd, onder de volgende voorwaarden:
Het vakonderdeel A0221 - Analyse 2 bestaat uit twee delen: een gedeelte Wiskundige methoden en structuren (WM&S) met een omvang van ongeveer één studiepunt en een gedeelte Calculus met een omvang van ongeveer drie studiepunten. Voor het gedeelte WM&S krijgt de student drie opdrachten. Pas als alle opdrachten (van WM&S) voldoende zijn mag aan het tentamen Analyse 2 worden deelgenomen.
Om studenten te stimuleren vroegtijdig te gaan studeren en om de aansluiting
VWO - WO te verbeteren, hebben de vakken in de propedeuse ieder hun eigen
systeem.
Zo wordt er bij de wiskunde vakken met projecten gewerkt, bij statistiek met
tussentoetsen, en bij weer andere vakken met werkstukken en testen.
De gewenste informatie is te vinden op de homepages van de verschillende
propedeusevakken.
De vakken:
kennen een toetssysteem. De eerste toets zal steeds halverwege het trimester worden afgenomen. De tweede en laatste toets valt samen met het reguliere tentamen. Als voor de eerste toets een 4,5 of hoger is behaald, kan men volstaan met uitsluitend het maken van de tweede toets. Bij een cijfer lager dan 4,5 dient men het gehele tentamen te maken. Het tentamencijfer is het gemiddelde van beide toetsen. De toetsen kunnen niet herkanst of ingehaald worden.
Voor het vak A0240 - Bedrijfseconomie A geldt:
Voor het vak A0241 - Bedrijfseconomie B zal één test worden gehouden. Het cijfer voor deze test vervult dezelfde rol als het testgemiddelde hierboven beschreven.
Vrijstellingen voor (bepaalde onderdelen van) het propedeutisch examen worden verleend door de Examencommissie Economische Wetenschappen.
In de propedeuse econometrie wordt gewerkt met een mentorsysteem. Vrijwel
alle docenten van de capaciteitsgroep E&B die met de propedeuse te maken
hebben, zullen als mentor opgetreden. Tijdens de A0200 - Workshop econometrie zullen
de eerstejaars studenten in mentorgroepen worden ingedeeld.
Een mentorgroep bestaat uit zeven tot acht studenten. Na een
kennismakingsgesprek zullen er steeds individuele gesprekken met de studenten
worden gevoerd, onder andere over de studiekeuze, over de studievoortgang, over
struikelvakken en noem maar op.
Natuurlijk kan de student ook zelf aankloppen bij zijn of haar mentor.
Wij hopen op deze manier de eerstejaars te stimuleren en eventuele moeilijkheden zo snel mogelijk op te sporen.
Econometriestudenten, ingeschreven aan de Erasmus Universiteit, die het propedeutisch examen na één jaar nog niet hebben afgerond maar reeds een aanvang willen maken met (een deel van) het doctoraal-1 programma, kunnen de voorzitter van de Examencommissie Economische Wetenschappen verzoeken toegang te verlenen tot het afleggen van bepaalde doctoraal-1 tentamens. Als richtlijn geldt dat per tentamenronde aan hoogstens vijf tentamens uit propedeuse en doctoraal-1 tezamen mag worden deelgenomen.
Aangeraden wordt slechts met grote terughoudendheid gebruik te maken van deze mogelijkheid. In alle gevallen is overleg met de docenten van de betreffende doctoraalonderdelen zeer gewenst.
|