code: A1604      studiebelasting: 6 sp      periode: sem. 1
naam: Geld-, krediet- en bankwezen
internet: homepage, rooster
opleiding/fase: econ/d23/profiel, ectrie/d23/major
voertaal: Nederlands
docent(en): dr. D.J.C. Smant, prof.dr. C.G. de Vries
contactpersoon: dr. D.J.C. Smant
secretariaat: AE/Macro
aanmelding: -
toelatingseisen: -
aanbevolen: -
onderwijsvorm: hoorcollege 2 uur per week met literatuurstudie
tentamenvorm: schriftelijk
tentamenperiode: december/januari, mei/juni
tentameneisen: -
tentamenstof: collegestof + verplichte literatuur

Doelstelling

Ontwikkelen van een goed onderbouwd inzicht in de werking van financiële markten, financiële instellingen, en toezichthouders. Het vak beoogt een goede ondergrond te geven aan algemeen- en bedrijfseconomen voor een toekomstige werkkring in de Europese financiële sector.

Inhoud

Gekozen is om het vak Geld-, krediet- en bankwezen te structureren vanuit het perspectief van het management van financiële instellingen en de toezichthouders. Het verdelen van risico's en risicomanagement staat hierbij voortdurend centraal, met als kernbegrippen informatieproblemen, moral hazard, adverse selection, Value-at-Risk systemen, en systeemrisico.

In de moderne theorie van het bankwezen speelt het bezitten van informatie over risico's een essentiële rol. Intermediairs ontlenen hun bestaan grotendeels aan het feit dat bepaalde informatie niet op een markt verhandeld wordt. De structuur van het bank- en verzekeringswezen kan hiermee in belangrijke mate worden verklaard. De precieze institutionele aspecten van het bank- en verzekeringswezen zijn hier alleen maar een uitvloeisel van. De veelheid aan institutionele details vormt dan ook niet de kern van het vak.

De hoofdonderwerpen van het vak zijn:

Er zijn veel praktijkvoorbeelden en toepassingen van de informatiekijk op de financiële sector. De financiële sector is dagelijks in het nieuws vanwege de vele turbulente ontwikkelingen. De Azië-crisis heeft het kredietbedrijf van de banken en de rol van de toezichthouders als centrale banken en het IMF weer in de schijnwerpers geplaatst. Men kan zich afvragen in hoeverre het IMF wel te hulp moet schieten. Barings is misschien wel terecht failliet gegaan. De komst van de Euro verandert de structuur van de lokale geld- en kapitaalmarkten en zal grote gevolgen hebben voor financiële conglomeraten. Fusies en overnames zijn in de bancaire sector aan de orde van de dag. De Nederlandse pensioenfondsen zullen voor hun beleggingen gebruik gaan maken van de mogelijkheden tot diversificatie.Men kan zich afvragen of er nog wel een rol is voor Amsterdam als financieel centrum. Welke invloed heeft de omgekeerde termijnstructuur op de positie van het bankwezen? Hoe moeten toezichthouders en commerciële instellingen omgaan met risico’s van derivaten die niet op standaard markten worden verhandeld? Welke rol kunnen de centrale banken nog spelen als geld vervangen wordt door elektronisch geld?

Voor de onderwerpen monetaire-economie en monetair beleid, rente- en aandelenmarkten, internationale financiële markten en wisselkoersen wordt verwezen naar de betreffende semesters van:

Verplichte literatuur

 29-1-2002