opleiding Fiscale economie

Algemene Informatie

Hoewel de opleiding Fiscale economie een zelfstandige opleiding in de zin van de wet is, zijn de eerste twee jaar van de opleiding Fiscale economie identiek aan de eerste twee jaar van de opleiding Economie.

De verklaring hiervoor is goeddeels gelegen in de aard van het vakgebied. Fiscale economie is primair economie, en wortelt dan ook in deze discipline. Hieruit vloeit voort, dat fiscaal-inhoudelijke vakken pas aan de orde komen nadat de student een solide basis in de economie verworven heeft. Deze basis - die voor economen en fiscalisten vrijwel gelijk is - wordt gelegd gedurende de eerste twee jaar van de studie.
Een bijkomend praktisch voordeel van deze situatie is dat de student de definitieve keuze voor voortzetting van de studie in ofwel de economie ofwel de fiscale economie pas na afronding van de basisfase hoeft te maken. Dit heeft tot gevolg, dat de beide opties lang open kunnen worden gehouden.

De opleiding in de fiscale economie is een breed opgezette wetenschappelijke studie op het terrein van de overheidsfinanciën, die tegemoet wil komen aan de toenemende behoefte aan economisch geschoolde belastingdeskundigen. Wie het studieprogramma van het doctoraal-2 en -3 fiscale economie bekijkt, ziet dat er een groot aantal vakken met een juridisch karakter gedoceerd wordt. Daarnaast is er ruimschoots aandacht voor economische vakken. Het vakgebied fiscale economie ligt dan ook op het snijpunt van economie en recht, waarbij het bijzondere van de Rotterdamse fiscale opleiding mede gelegen is in de omstandigheid dat de faculteit zelf kan voorzien in het gehele benodigde palet aan vakken. Daardoor is een optimale afstemming tussen en ordening van de vakken onderling mogelijk.

Het 'hart' van de opleiding Fiscale economie wordt gevormd door de vakken, die met de verzamelterm 'Nederlands belastingrecht en beginselen van het internationale belastingrecht' aangeduid worden.
Dit zijn de volgende vakken:

• A3509 - Formeel belastingrecht
• A3510/1 - Inkomstenbelasting 1 en 2
• A3512 - Vennootschapsbelasting
• A3513 - Omzetbelasting
• A3514 - Internationaal en Europees belastingrecht
• A3515 - Nederlands belastingrecht: Integratiecolleges
• A7432 - Successierecht/belasting rechtsverkeer

Doel van de opleiding

• de afgestudeerde dient kennis te dragen van de voornaamste economische theorieën, alsmede de relatie tussen wetenschap en samenleving te onderkennen;
• hij/zij dient kennis van en inzicht in de structuur van belastingwetgeving en belastingstelsels te hebben verworven;
• hij/zij dient vaardigheid te bezitten in toepassing en interpretatie van wetgeving en jurisprudentie, mede in hun maatschappelijke en in het bijzonder sociaal-economische samenhang;
• hij/zij moet in staat zijn om zijn/haar vak kritisch te benaderen en te plaatsen tegenover andere economische, niet-economische en niet-fiscale opvattingen, en hierover een standpunt kunnen bepalen;
• hij/zij moet een probleemstelling kunnen formuleren of herformuleren, en bij gegeven probleemstelling een opzet voor onderzoek kunnen rapporteren;
• hij/zij dient zelfstandig te kunnen voortbouwen op verkregen kennis en inzicht;
• hij/zij dient zich op korte termijn te kunnen inwerken in een ander deelgebied dan eigen specialisatie;
• hij/zij moet interdisciplinair kunnen samenwerken;
• de afgestudeerde dient een aantal sociale en communicatieve vaardigheden te bezitten die hij/zij in zijn/haar professionele situatie nodig heeft.

De arbeidsmarkt voor fiscaal economen is buitengewoon goed. Het werkloosheidspercentage van Rotterdamse fiscalisten is nul, terwijl de bezette functies hoogwaardig en goed betaald zijn.
De belastingwetenschap en de belastingpraktijk - bij de overheid, in het bedrijfsleven, en in de adviserende beroepen - hebben in ruime mate behoefte aan belastingsdeskundigen die economisch breed zijn onderlegd, maar tevens op algemeen-juridisch en belastingrechtelijk terrein inzicht, kennis en vaardigheden hebben. In Nederland bestaat er daarnaast een tekort aan economisch opgeleide belastingdeskundigen voor internationale lichamen.

					15-6-2001