|
|
|
|
|
|
|
||
|
||
|
|
|
|
||
|
||
opleiding Economie, doctoraal-2 en -3
In het doctoraal-2/-3, de specialisatiefase van de opleiding economie, heeft de student naast een beperkt aantal verplichte vakken, de keuze uit een breed scala van werk- en hoorcolleges. Om de student bij de keuze behulpzaam te zijn is een aantal profielen onderscheiden met daarbinnen zogeheten majors en minors. De keuze van een major en minor is de eerste rode draad in het keuzeproces. De tweede rode draad is de afstudeerrichting Algemene economie, Bedrijfseconomie of Economie.
De student oriënteert zich bij het maken van de keuze in eerste instantie door middel van de profielen. Een profiel betreft een domein binnen de economische wetenschap, zoals marketing, organisatie, overheidsbeleid, e.d. Deskundigen van de faculteit (de profielcoördinatoren) hebben binnen de profielen combinaties van werkcolleges en profielvakken gemaakt, die de student de mogelijkheid bieden zich te specialiseren. Wij spreken van een 'major' als de combinatie 30 studiepunten bevat en van een 'minor' in het geval van 12 studiepunten.
Een major is dus een specifiek pakket binnen een profiel dat bestaat uit twee werkcolleges (tezamen 18 sp) en vier profielvakken (tezamen 12 sp). Een minor bestaat uit één werkcollege en één profielvak, of uit vier profielvakken.
Het systeem van majors en minors is zo opgezet dat de student gedurende de specialisatiefase zijn keuze kan herzien: is bijvoorbeeld gekozen voor het volgen van een specifiek major en bij nader inzien bevalt de keuze niet, dan kan het gevolgde werkcollege worden ingebracht in een minor en kan voor een andere major worden gekozen. Grote flexibiliteit gedurende het keuzeproces kenmerkt de specialisatiefase.
De student kan na de keuze van een major besluiten zich verder in dezelfde richting te verdiepen door een minor binnen hetzelfde profiel te kiezen; het is ook mogelijk de kennis te verbreden en de minor uit een ander profiel te kiezen. Ook de scriptie/stage en de resterende keuzeruimte kunnen worden ingezet ter verdieping of verbreding.
De specialisatiefase wordt gekenmerkt door een grote keuzevrijheid; de profielen, majors en minors zijn voorbeeldpakketten, die de student helpen bij het maken van een goede keuze. Het is dus heel goed mogelijk van de voorbeeldpakketten af te wijken en eigen combinaties te maken.
Zijn er nog vragen, dan is een afspraak met een van de studieadviseurs de aanbevolen volgende stap, waarna ook de mogelijkheid bestaat contact op te nemen met de contactpersoon van een profiel, aan wie specifiek inhoudelijke vragen over de desbetreffende werkcolleges en profielvakken kunnen worden gesteld.
Aan studenten die met succes een major of minor hebben afgerond, wordt bij het afstuderen op verzoek een major- danwel minor-certificaat uitgereikt.
De tweede rode draad bestaat uit de afstudeerrichtingen. Gelet op de sterke positie van het Rotterdamse 'merk' van Algemeen econoom (m.n. in de beleids- en onderzoekscircuits van Den Haag, Brussel en daar buiten) en van Bedrijfseconoom (in het internationale bedrijfsleven), kan de student in Rotterdam zich nadrukkelijk als zodanig specialiseren. Dat gebeurt door in het derde trimester van het doctoraal-1 in de D.1-keuzeruimte twee vakken (6 sp) te kiezen die als AE dan wel BE zijn aangemerkt. Vervolgens moeten in het doctoraal-2/-3 vier kadervakken AE of BE (12 sp) worden gekozen waaraan een AE- dan wel BE-werkcollege (9 sp) wordt toegevoegd.
De precieze eisen om als bedrijfseconoom danwel als algemeen econoom te kunnen afstuderen zijn vastgelegd in de Bijlagen van de Onderwijs- en examenregeling voor de opleiding economie.
Studenten die zich optimaal willen voorbereiden op de postdoctorale opleiding tot registeraccountant of registercontroller, volgen binnen de afstudeerrichting Bedrijfseconomie het traject Accountancy en Controlling.
In de afstudeerrichting Economie zijn twee specialistische trajecten ondergebracht, namelijk Economie en bedrijf in Pacific Azië en Economie van vervoer en logistiek. Wie hiervoor kiest, moet al in het doctoraal-1 vakken volgen die specifiek op zo'n traject voorbereiden.
Ook vinden we hier de mogelijkheid om af te studeren in een zogenaamd vrij doctoraal examen.
Fiscale economie tenslotte is formeel een
aparte opleiding, met als afstudeertitel 'fiscaal econoom'.
Omdat deze opleiding gebruik maakt van de basisfase economie, moet in het derde
trimester van het doctoraal-1 voor het pakket Fiscale economie gekozen worden.
Vanaf het doctoraal-2 is er een eigen programma Fiscale economie.
Het doctoraalonderwijs omvat naast hoorcolleges en practica ook werkcolleges voor kleine groepen studenten. De hoorcolleges zijn in principe vrij toegankelijk voor studenten; deelname aan practica en werkcolleges is alleen mogelijk na inschrijving. De werkcolleges kennen bovendien toelatingseisen op basis van een afgerond doctoraal-1. Zie hiervoor de vakinformatie.
Aanmelding voor de werkcolleges dient te geschieden door middel van een aanmeldingsformulier dat tijdig verkrijgbaar zal zijn bij het Studenten Informatiecentrum, waar het vóór een nader te bepalen datum (in principe vóór 1 augustus resp. 1 december) ook weer ingeleverd moet worden.
Let op de aankondigingen in Erasmus Magazine.
Vanaf het studiejaar 97/98 geldt voor alle Economie-afstudeerrichtingen en -trajecten, alsmede voor de opleiding Fiscale economie, de volgende eenvoudige regeling:
‘Voor alle doctoraal-2/-3-examenonderdelen dienen voldoende tentamenresultaten (cijfers 5,5 en hoger) danwel ‘voldaan’ te zijn behaald’. (Compensatie van onvoldoende deelresultaten is dus niet meer aan de orde.)
‘Bij herkansing van tentamens geldt het hoogste cijfer’.
De complete examenregelingen zijn te vinden in de Bijlagen bij de Onderwijs- en examenregeling Economie resp. Fiscale economie.
Studenten die al bezig zijn in het doctoraal-2 en/of -3 kunnen vanzelfsprekend hun studie afmaken binnen de oude trajectenopzet, zoals vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling 1999 of 1997.
Wel zijn sommige vakken vervallen of vervangen door nieuwe vakken. Zie hiervoor de rubriek Vakinformatie.
Er is een overgangsregeling voor studenten die al in de trajecten bezig zijn, maar die de overstap willen maken naar de nieuwe profielen.
|
||||||
 |
 |
|||||
|
|
 |
 |
|
 |
|