code: A7316      studiebelasting: 7 sp      periode: sem. 1
naam: Weco. Econometrie 2
internet: rooster
opleiding/fase: ectrie/d23
voertaal: Nederlands
docent(en): dr. D.J.C. van Dijk, prof.dr. H.K. van Dijk, prof.dr. M.J.C.M. Verbeek
contactpersoon: prof.dr. H.K. van Dijk
secretariaat: E&B
aanmelding: bij secretariaat E&B,
uiterlijk vijf dagen voor de eerste collegedag van het eerste semester
toelatingseisen:
  • propedeuse Econometrie
  • minimaal 42 sp uit doctoraal-1 en -2 Econometrie tezamen, waaronder verplicht A7301 - Weco. Basiswerkcollege econometrie
  • minimaal één van de examenonderdelen:
    • A2661 - Econometrie-basisstof,
    • A2662 - Econometrie-vervolgstof,
    • A2670 - Tijdreeksanalyse
aanbevolen: -
onderwijsvorm: werkcollege
tentamenvorm: mondeling
tentamenperiode: na afspraak
tentameneisen: -
tentamenstof: collegestof + verplichte literatuur

Doelstelling

  1. zelfstandig analyseren van economische gegevens m.b.v. econometrische modellen en methoden;
  2. het zich eigen maken van recente ontwikkelingen in de econometrie door het lezen van artikelen en de verslagen van andere projecten;
  3. eventueel het ontwikkelen van geschikte programmatuur;
  4. verslaggeving van probleemstelling, aanpak en resultaten;
  5. presentatie van het onderzoek;
  6. leren samenwerken, taken verdelen en een project uitvoeren.

Inhoud

Het is van groot belang om zelf econometrische modellen te kunnen construeren, evalueren en gebruiken, al is het alleen maar om straks de uitkomsten van andermans onderzoek te kunnen begrijpen en hanteren. In de werkcolleges Econometrie komen in kleine groepjes (aspecten van) zulke econometrische modellen aan de orde. De onderwerpen sluiten vaak aan bij recente ontwikkelingen in zowel de praktijk als het onderzoek. Terugkerende thema's zijn: de vermogensstructuur van ondernemingen, het voorspellen van aandeelrendementen, co-integratie van financiële tijdreeksen, het lange-termijngeheugen in tijdbestek, het effect van economische integratie op handelsstromen. In de eerste collegeweek van het semester wordt in een gezamenlijke bijeenkomst de groepsindeling bepaald, waarbij, voorzover mogelijk, rekening wordt gehouden met de voorkeuren van studenten. Daarna vindt wekelijks een gesprek plaats tussen de begeleidende docent en elk van de groepen, waarbij de voortgang van het onderzoek wordt besproken. De resultaten van het onderzoek worden neergelegd in twee schriftelijke verslagen, een tussenverslag in het midden van het semester en een eindverslag aan het eind van het semester. Beide verslagen worden door de deelnemers gepresenteerd en bediscussieerd.

Verplichte literatuur

Nader op te geven.

 29-1-2002