code: A3020      studiebelasting: 3 sp      periode: sem. 2
naam: Regionale en stedelijke arbeidsmarkten
internet: homepage, rooster
opleiding/fase: econ/d23/profiel
voertaal: Nederlands
docent(en): dr. L. van der Laan
contactpersoon: dr. L. van der Laan
secretariaat: AE/Ie&ba
aanmelding: tijdens eerste college
toelatingseisen: -
aanbevolen: -
onderwijsvorm: wekelijks 2 uur hoor-/discussiecollege
tentamenvorm: schriftelijk of mondeling
tentamenperiode: mei/juni, augustus (herkansing)
tentameneisen: -
tentamenstof: collegestof en verplichte literatuur

Doelstelling

  1. Het verwerven van inzicht in de wisselwerking tussen de regionale arbeidsmarkt en het strategisch beleid van publieke en private organisaties.
  2. Het verwerven van kennis over de structuren en processen aan de vraag- en aanbodzijde van de regionale en stedelijke arbeidsmarkten van Europa en in Nederland.
  3. Het verwerven van inzicht in de mogelijkheden tot beleid gericht op kansen en knelpunten van stedelijke en regionale arbeidsmarkten.

Inhoud

In het Europa van de regio's wordt de regionale component van de arbeidsmarkt een steeds belangrijker gegeven voor de strategische besluitvorming van organisaties. Dit geld zowel voor het recruteringsgedrag, het personeelsmanagement als voor organisatorische netwerkvorming. In dit college  staat de samenhang tussen een strategisch-organisatorische invalshoek en de regionaal sociaal-economische context centraal. Dit strekt zich uit van het Europees tot en met het grootstedelijk niveau. Aan de vraagzijde komen ondermeer de regionale dimensie van de technologische ontwikkeling (ICT), de kenniseconomie en netwerkvorming aan de orde. Aan de aanbodzijde wordt ingegaan op de regionaal verschillende uitwerking van ontwikkelingen in de demografie en in de participatie, alsmede op de ruimtelijke mobiliteit. Bij dit laatste staat de migratie en het forensisme centraal. De veranderingen in vraag- en aanbodzijde bieden zowel kansen als belemmeringen voor de ontwikkeling van organisaties en voor de werkgelegenheid. Daarom wordt tenslotte ingegaan op de mogelijkheden van publieke en private organisaties tot gezamenlijke beleidsactivering op Europees, nationaal en grootstedelijk niveau.

Verplichte literatuur

Wordt op het eerste college bekendgemaakt.

 5-4-2002