|
|
|
|
|
|
|
||
|
||
|
|
|
|
||
|
||
| code: | A2431 | studiebelasting: | 3 sp | periode: | sem. 2 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| naam: | Organisatie 2 | ||||||
| internet: | homepage, rooster | ||||||
| opleiding/fase: | econ/d23/profiel, econ/d123 (deeltijd)/profiel | ||||||
| voertaal: | Nederlands | ||||||
| docent(en): | dr. J. Bruining, dr. L.H. Hoeksema, mw. drs. D. Kanter, mw. dr. A.E. Keegan, dr. B.A.S. Koene, prof.dr. J. Paauwe, mw. drs. J.G. Timmers, dr.ir. A. van der Wiele | ||||||
| contactpersoon: | mw. drs. J.G. Timmers | ||||||
| secretariaat: | M&O/Org | ||||||
| aanmelding: | aanmelding voor het tentamen individueel via
e-mail bij het secretariaat M&O/Org
volgens de instructie in de syllabus; elke student dient onderdeel uit te maken van een team van in totaal 3 studenten – teams worden in principe door studenten zelf samengesteld. |
||||||
| toelatingseisen: | - | ||||||
| aanbevolen: |
|
||||||
| onderwijsvorm: | hoorcolleges 2 uur per week; tevens avondonderwijs. |
||||||
| tentamenvorm: | studenten schrijven een essay in teams van 3 personen. Instructies voor het schrijven van het essay staan in de syllabus. | ||||||
| tentamenperiode: | n.v.t. | ||||||
| tentameneisen: | - | ||||||
| tentamenstof: | - | ||||||
De doelstellingen die in de collegecyclus worden nagestreefd zijn:
De vervolgstof Organisatie wordt in het tweede semester gegeven in de vorm van een serie hoorcolleges met als thema ‘Paradigma’s in de Organisatiekunde’. Het volgende citaat van Pfeffer (uit: New Directions for Organization Theory, Oxford University Press, 1997) geeft goed weer, wat het vertrekpunt is van de serie hoorcolleges:
'The field of organization studies … comprises an interdisciplinary focus on (a) the effect of social organizations on the behavior and attitudes of individuals within them, (b) the effects of individual characteristics and actions on organizations, with a particular emphasis on the efficacy and, indeed, the possibility of potent individual influence (e.g. through leadership) in organization systems, (c) the performance, success, and survival of organizations, (d) the mutual effects of environments, including resource and task, political and cultural environments on organizations and vice versa, and (e) concerns with both the epistemology and methodology that undergird research on each of these topics' (p. 4).
Organisaties zijn complexe systemen, en als zodanig moeilijk te doorgronden. Organisatiekunde is interdisciplinair en daardoor breed van opzet. Om organisaties te kunnen onderzoeken en het gedrag binnen organisaties en tussen de organisatie en haar omgeving te kunnen verklaren, maken wetenschappers en organisatiekundigen gebruik van fundamentele concepten en modellen. De keuze voor deze fundamentele concepten en modellen (ook wel paradigma’s genoemd) bepaalt voor een groot gedeelte de uitkomst van het onderzoek en de opvattingen over organisaties en de aansturing van organisaties.
In de serie hoorcolleges in het kader van het vak Organisatie 2 zal de invloed van de gekozen paradigma’s op wetenschapsbeoefening en toepassing van het vakgebied organisatiekunde worden toegelicht en aangetoond. Hiertoe zal een aantal docenten van de sectie Organisatie een aantal hoorcolleges verzorgen.
De volgende stromingen in de organisatiekunde zullen worden behandeld:
In het eerste uur staat het gekozen paradigma centraal; in het tweede uur de toepassing van dit paradigma binnen fundamenteel en toegepast onderzoek. De invloed van het gekozen paradigma op onderzoeksopzet en uitkomsten van het onderzoek, alsmede op gekozen interventietechnieken teneinde organisaties en medewerkers in organisaties te veranderen, zal worden besproken. Op deze wijze worden studenten vertrouwd gemaakt met de gangbare paradigma’s in de organisatiekunde waardoor zij in staat zullen zijn deze te herkennen, ze op waarde te kunnen schatten, en ze te kunnen toepassen.
Syllabus
|
||||||
 |
 |
|||||
|
|
 |
 |
|
 |
|